In drie verschillende zaken deed de kantonrechter op 6 februari j.l. uitspraak over de geldigheid van het concurrentiebeding. In alle drie de zaken bleef het concurrentiebeding niet overeind en wees de rechter het beding af. Is het concurrentiebeding nog van deze tijd?
Zaak één; Niet goed beargumenteerd
In de eerste zaak was het concurrentiebeding opgenomen in een contract voor bepaalde tijd. De wet schrijft voor dat een concurrentiebeding in een contract voor bepaalde tijd goed gemotiveerd moet zijn. Schriftelijk moet worden opgesteld waarom dat beding noodzakelijk is op grond van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen.
In deze zaak bleek dat de werkgever niet voldaan had aan de motiveringsplicht. De rechter overweegt hierbij dat de wetgever als uitgangspunt heeft genomen dat een concurrentiebeding bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet is toegestaan. Echter kan hier van worden afgeweken wanneer de werknemer in een specifieke functie werkzaam is. Dan moet er dus wel een specifieke afweging en motivering volgen. Dit was in deze zaak volgens de kantonrechter niet het geval.
Bron: ECLI:NL:RBMNE:2019:415
Zaak twee; onevenredige benadeling
Wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd schrijft de wet niet voor dat het concurrentiebeding voldoende gemotiveerd moet worden. Na zijn stage treed de werknemer in dienst bij een automatiseringsbedrijf dat werknemers detacheert voor hoogwaardige automatiseringsdiensten. In zijn arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is een concurrentiebeding voor de duur van een jaar overeengekomen. Na een bepaalde periode treed de werknemer bij de concurrent in dienst.
De rechter bepaald in een kort geding dat de werkgever in de bodemprocedure niet in het gelijk zal worden gesteld. De rechter weegt namelijk het belang van de werkgever tot bescherming van zijn bedrijf af tegen het belang van de werknemer op een vrije arbeidskeuze. Hierbij speelt mee dat de werknemer kort daarvoor een schoolverlater was, nauwelijks zijn interne training had afgerond, nooit gedetacheerd is geweest. Daarnaast was het niet aannemelijk is dat hij over bedrijfsgevoelige informatie beschikt. Onder deze feiten en omstandigheden wordt de werknemer onevenredig benadeeld en onevenredig beperkt in zijn recht op een vrije arbeidskeuze. De vordering van de werkgever wijst de rechter dan ook af.
Bron: ECLI:NL:RBMNE:2019:416
Zaak drie; wel een concurrentie beding maar geen sprake van concurrentie
In de derde zaak gaat het ook over een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Verschillende werknemers die werkzaam zijn in de distributie van fitnessapperatuur gaan bij een concurrent in dient. Bij deze mensen is ook een concurrentiebeding overeengekomen van een jaar en een relatiebeding van twee jaar. De voormalig werkgever van deze werknemers vordert nakoming van het concurrentiebeding en betaling van hoge boetes.
Ook hier wijst de kantonrechter de vordering van de werkgever af. Hij oordeelt dat werknemers weliswaar in dienst treden bij een concurrent maar dat het beroep op het concurrentiebeding alleen gerechtvaardigd is als – kort samengevat – er ook echt sprake is van of gerechtvaardigde vrees voor concurrentie. Omdat de werknemers alleen maar in dienst treden bij een kennelijke concurrent leidt volgens de kantonrechter niet zonder meer tot concurrentie. Volgens de rechter is daarvoor nodig dat zij met hulp van hun vorige werkgever verkregen informatie, de vorige werkgever beconcurreren. Dit is volgens de rechter onvoldoende bewezen.
Bron: ECLI:NL:RBMNE:2019:402
Conclusie
Het kan geen toeval zijn dat op een dezelfde dag drie zaken in het kader van een concurrentiebeding alles wordt afgewezen en dat geen succesvol beroep gedaan wordt op dit beding. De rechtbank wil blijkbaar een stevig signaal afgeven dat een werkgever niet volstaat met het standaard opnemen van een concurrentiebeding.
Een concurrentiebeding is een zeer stevig instrument. De werknemer wordt immers in zijn mogelijke toekomstige werkzaamheden beperkt. Een concurrentiebeding kan best gerechtvaardigd zijn, maar het komt in de praktijk veel voor dat een dergelijk beding min of meer standaard in een arbeidsovereenkomst wordt opgenomen. Dat werd in deze zaken afgestraft.
Maatwerk
Het blijkt daarom wel dat een concurrentiebeding maatwerk is. Een standaard concurrentiebeding dat in iedere overeenkomst wordt opgenomen is vaak onvoldoende. Er bestaat daarom een groot risico dat zo’n beding het niet houdt. Neem vrijblijvend contact op met onze bedrijfsjuristen voor meer informatie of advies.
Comments